Zondag 13-10-2013: Trabadelo – O Cebreiro, 19 km.
Geslapen in Albergue Xunta, ongeveer tweehonderd slaapplaatsen, zes toiletten. Gegeten in restaurant Carolo. Ronduit slecht.
De pastasalade uit de plaatselijke tienda ( supermarktje) was tien keer lekkerder.
Effe afzien! Deze dag was pittig maar het was een van de mooiste routes tot nu toe. O Cebreiro op een hoogte van 1300 meter is eigenlijk een museumdorp. Er komen volgens de gids veel toeristen maar ons viel het wat tegen. Het uitzicht naar alle kanten is trouwens magnifiek. Vlak voor de lange zware beklimming van zes kilometer begint biedt een ondernemer aan om voor € 20,00 p.p. gebruik te maken van een paard. Je kunt ook kiezen voor vervoer per taxi.
Jenny had zeker geen paard nodig. Die vloog de bergen op maar ik heb tijdens de klim diverse keren teruggedacht aan de aanbiedingen.
Gisteravond in Trabadelo hebben we in een klein restaurantje, El Puente, gegeten dat wordt beheerd door een Nederlandse vrouw. We hebben daar aan tafel gezeten met Linda, U.S.A. staat New York, Michel, een Schot uit Orkney en Cathy en Jerry, U.S.A, staat New Mexico. Gezellige avond geworden met super lekker eten. Heel verrassend deze afwisseling na al die wat saaie peregrino menu’s. De albergue, waar we sliepen, had zes stapelbedden per kamer. Bij het oriënteren viel op dat ze enorm stevig waren en, wat fijn, niet kraakten.
Normaal wordt elke beweging van iemand vertaald in een hoop knarsende veren en veel heen en weer gewieg van het bovenste bed. Lig je boven en slaap je doorgaans lekker rustig dan heb je dikke pech wanneer er iemand beneden slaapt en die last heeft van nachtmerries en voortdurend in zijn bed draait. De stevige niet krakende bedden en de deur van de slaapzaal die niet piepte boden de mogelijkheid ‘s nachts muisstil naar het toilet te gaan. Wel zo prettig voor je kamergenoten die meestal van al dat gekraak en gepiep wakker worden. Ik moest afgelopen nacht, zoals altijd, naar het toilet. Tot aan de deur verliep het zoals verwacht. Het bed schudde de bovenliggende kamergenoot niet wakker, het gekraak van de matras en bed bleef uit. Muisstil wist ik mijn Croqs aan te trekken en zonder verder iemand te storen de deur te bereiken. De deurkruk werd ter hand genomen en zachtjes naar beneden gedrukt. Het kreng piepte terwijl in de middag niets te horen was. Om het toilet te kunnen bereiken moest ik vanzelfsprekend de deur open doen. Ik had net zo goed de plaatselijke fanfare kunnen uitnodigen om een lekker deuntje te spelen. Het effect zou hetzelfde zijn geweest als het harde gepiep van de deur dat weerklonk en te vergelijken was met een krassend krijtje op een schoolbord. Aan de onrust, die ontstond na het openen van de deur was te merken dat de kamergenoten wakker waren geworden. Eigenlijk hadden we bij onze spullen voor de Camino een klein flesje olie moeten doen.